De eerste drie rouwjaren: Hoofd-hart-handen

rouwjaar

Mijn overleden dochter Sara heeft vanaf kleuter tot aan haar dood het antroposofisch onderwijs mogen ontvangen. In die lessen is een essentiële pijler het werken met de driedeling: hoofd, hart en handen. Iemand vertelde mij dat deze driedeling ook op rouw van toepassing is. Het eerste rouwjaar is voornamelijk met het hoofd, het overdenken. In het tweede jaar komt het hart op de voorgrond met het voelen. En het derde rouwjaar ben je geneigd iets met de nalatenschap van de overledene doen, je komt in actie. Het gaat om accenten uiteraard want voelen is er altijd, een dergelijke indeling is geen wet of keurslijf. Toch herken ik me erin als ik terugkijk op mijn eerste drie rouwjaren.

Eerste rouwjaar van ordenen en structureren

Enkele weken na het overlijden van Sara krijg ik de vraag of ik Sara om me heen voel. Ik denk: ‘Nou nee, niet echt, ik voel helemaal niks. Wat zou ik precies moeten voelen?’ Ik ervaar met name innerlijke rust nu mijn kind ook die rust heeft gevonden. Maar of dat echt voelen is? Ik ben meer bezig de feiten op een rijtje te krijgen. Het herlezen en ordenen van de condoleances. Ik ben in gesprek rondom haar dood met betrokken hulpverleners. Onbewust ben ik de hele gang van zaken van het laatste weekeinde rondom haar zelfdoding aan het reconstrueren, tot op het kleinste detail. Hoe laat? Wie? Haar laatste foto op haar mobiel, het laatste appje naar mij. Ik noteer de tijden van het aan- en afrijden van de hulpdiensten, bijna op het dwangmatige af. Maar ik kan niet anders dan zo. Dus ja, dit is toch wel veel met mijn hoofd, terwijl er ook tranen van verdriet en wanhoop zijn, opluchting en leegte. Dat is er ook. Er moet eerst leegte zijn, anders kan er nooit meer iets gevuld worden.

Met weemoed bekijk ik haar pasjes

De open kast op haar meisjeskamer richt ik opnieuw in. De schappen krijgen allemaal een thema mee en als je ervoor staat zie je het geleefde leven van Sara aan je voorbijtrekken. Pijnscheuten, au. Een babyplank met haar eerste schoentjes en slofjes, een wit borsteltje, het boekje ‘Saartje wiebelstaartje’, een speeldoosje en het witte mutsje dat ze direct na haar geboorte heeft gedragen. De middelste kastplank is omgevormd tot schrijfplank: haar drie dagboeken, gedichten en verhalen, het boekje met reisverslagen, haar afscheidsbrieven en haar schrijfetui met vulpen. Ook haar laatste lichtgroene portemonnee ligt daar, de inhoud is nog intact gebleven. Er zit een pilletje in van ‘zo nodig medicatie’, een pasfoto van opa en oma en veel pasjes. Met weemoed speel ik haar levensfilm af als ik de pasjes opnieuw bekijk en weer zorgvuldig opberg. Ze mogen niet kwijtraken, ze zijn het bewijs dat ze heeft geleefd.

Lopen en voelen in het 2e rouwjaar

In het tweede jaar ga ik er een half jaar tussenuit voor mijn werk als psycholoog, omdat ik steeds meer last krijg van fysieke klachten zoals pijnlijke spieren, stijve nek en rug. Ik regel een vervanger en neem een rouwsabbatical. Geen idee of dat een bestaand iets is, maar ik vind de term ter plekke uit. Ik besluit het Pieterpad te lopen, een wandelpad van Pieterburen in Groningen naar de Sint-Pietersberg in Maastricht. Oe, dat zijn wel 498 kilometers en ik wil in mijn eentje gaan. Wat voel ik veel vreugde onderweg. Alles is wel een tandje heftiger geworden dit jaar. Het genieten maar ook de schrale pijn van het gemis, twee kanten van dezelfde medaille. Ik voel meer verbinding met mijn kind. Dat is fijn, maar tevens pijnlijk. Je bent je dan heel bewust van hetgeen er niet meer is.

Lees de vorige blog van Elsbeth over de tekens van haar overleden kind.

Schrijven als actie in het 3e rouwjaar

Voordat ik het besef, ben ik al in het derde rouwjaar aanbeland. Een punt waarop je in je leven nooit wilt zijn, maar het is de realiteit van mij en mijn kind. Ze is weggegaan van hier. Ze was zich erg bewust van alle liefde om haar heen en toch was het niet genoeg. Haar lijden moet immens groot zijn geweest om al die liefde achter zich te laten. Het besef van haar intense lijden komt hard bij me binnen.

Alsof ik ‘hoofd-hart-handen’ uit het hoofd heb geleerd, kom ik onbewust dat derde rouwjaar meer in actie. Ik ga handelen in overeenstemming met de nalatenschap van Sara en de verbinding en liefde die ik met haar voel. Nog steeds. Steeds weer. Ik treed meer naar buiten en ga schrijven over rouw en liefde, zodat ik er wellicht anderen mee kan steunen en inspireren. Maartje Lute van Nel Magazine komt als een digitale engel bij me binnen via de mail. In no time ben ik blogster voor haar tijdschrift. Inmiddels is ook mijn boek af en zal in oktober verschijnen.

Nieuwe verlangens geboren laten worden

Zo terugkijkend op mijn eerste drie rouwjaren voldoen ze aardig aan de geschetste driedeling. Niet bewust zo gestuurd, het gaat zo bij mij. Ik voel me er senang mee. Het geeft me rust en ritme en alles dient zich op het juiste moment aan. Het gaat niet te langzaam en niet te snel, ik kan er helemaal bij blijven.

Nu komt er wellicht weer een nieuwe fase aan. Wat gaat het vierde rouwjaar me brengen? Eerst de wandelschoenen maar weer eens aantrekken, het hoofd leegmaken en genieten van de natuur. Dan komt de inspiratie vanzelf. Ik wil andere wendingen maken in mijn leven en werk. Loslaten is ruimte maken zodat nieuwe verlangens geboren kunnen worden. Haha, ik hou van zelfgemaakte quotes. Ik verheug me op wat komen gaat!