Wat is erger?

wat is erger

‘Ik doe het toch. Ook al wil ik niet dat ik het doe, ik doe het toch. Mezelf soms afvragen wat erger is. Is het erger als je baby in je buik overlijdt, of is het erger als hij of zij een paar uur oud is? Is het erger als je je baby mee naar huis hebt kunnen nemen uit het ziekenhuis en je baby overlijdt. Of is het erger als je alleen maar met je baby in het ziekenhuis bent geweest en je baby overlijdt? Is het erger als je kind vijf, tien, twintig jaar of langer bij je is geweest en hij of zij overlijdt. Of is het erger als je je kind helemaal niet hebt leren kennen?

Wat is erger?

Onder de ouders in de facebookgroep van NEL worden er bijna geen discussies gevoerd. Daar ben ik blij mee én daar ben ik trots op. Iedereen laat elkaar in zijn waarde. In deze anonieme tijd van social media is dat iets bijzonders. Máár als er toch een enkele keer een woord van onbegrip valt, of als er toch iemand is die zich niet begrepen voelt gaat het vaak over het onderwerp: Wat is erger?

De leedlat

Het intrigeert me. Want aan ‘erger’ doen we niet, toch? Maar er zijn wel verschillende ervaringen. Als ik mensen spreek die de verdrietige ervaring hebben om zowel een ‘jong kind’ als ‘ouder kind’ te verliezen, vraag ik er vaak naar. ‘Ik weet dat er geen ‘leedlat’ is’, zeg ik dan. ‘Maar hóe is het anders?’ De antwoorden die ik krijg zijn bijvoorbeeld dat een ouder kind een meer ‘tastbare’ plek heeft ingenomen in je bestaan. Dat er meer momenten gecreëerd zijn waar je aan herinnerd kan worden door een gebeurtenis of door de buitenwereld. Dat er meer momenten zijn om te missen. Maar daar zit ook de moeilijkheid bij het verliezen van een hele jonge baby of stilgeboren kindje. Daar is vaak geen buitenwereld die je herinnert aan jouw kind. Simpelweg omdat ze jouw kind nooit gekend hebben. Dan is je verdriet (misschien) eenzamer dan wanneer het door meerdere mensen ‘gedragen’ kan worden. Dan hoor je niet van mensen: ‘Oh weet je nog dat hij dit deed of weet je nog toen we daar met haar waren.’ Dat wat ouders van overleden ‘oudere’ kinderen fijn vinden om nog te horen van hun omgeving, dat ook de omgeving nog aan hun kind denkt, dat hebben de ouders van een stilgeboren kindje of kleine baby veel minder of niet.’

Miskramen

‘Ik sprak ouders die een miskraam hebben gehad met 7 weken en een kindje met een zwangerschap van 24 weken hebben verloren. Ook hen stel ik de vraag: ‘Hoe voelen deze ervaringen anders voor jullie?’ Ze leggen me uit: ‘Het kindje van 24 weken had al een naam, hij had een plek in het gezin, hij had een kamertje, hij had een bedje en een kast vol kleertjes. Wij missen dit specifieke kindje heel erg, ondanks dat we hem niet echt hebben leren kennen. Het verschil voor ons met de (vroege) miskraam is dat we daarbij het idee van ‘een gezin zijn en een baby hebben’ erg missen. Het verlangen en de droom is zo groot en die valt in duigen bij een krijgen van een miskraam. Maar na het verlies met 24 weken, misten we concreet onze zoon.’

Geen oordeel?

‘En toch, ook ouders die een kindje verliezen met 20 weken, 15 weken, 10 weken, 5 weken, of nooit zwanger raken kunnen dat kindje missen met naam en alles erop en eraan. En weer betrap ik mezelf erop dat ik me afvraag: ‘Wat is erger?’ Is er een grens voor wanneer een gemis universeel minder erg is? Is er een punt vanaf waar je ‘legitiem’ verdriet mag hebben om je verloren kind? Heb ik voor mijzelf die grens in mijn hoofd? Heb ik een idee over wat ‘erg’ is of wat ‘minder erg’ is. Ik denk wel dat ik daar een mening over heb. Hoe graag ik ook zou willen dat ik dat niet heb. We zeggen allemaal wel ik heb geen oordeel, maar hebben we dat echt niet? Of zouden we willen dat we dat niet hadden. Het houdt me bezig.

Vandaag weer extra veel. Ik had namelijk gister een gesprek met en moeder die zichzelf vergeleek met mij. Ze hoorde mijn verhaal over Benja (die twee maanden oud is geworden) en ze zegt: ‘Ik ben een kindje verloren met 14 weken zwangerschap, dat is natuurlijk veel minder erg dan jouw verlies, maar ik heb er eigenlijk ook wel verdriet van.’ Het deed me pijn om te merken dat ze haar gemis blijkbaar niet groot genoeg vond om verdriet over te hebben. ‘Dat snap ik heel goed’, zei ik. ‘En je hoeft je tegenover mij absoluut niet te verantwoorden over het verdriet dat je hebt.

Ik ga namelijk niet over jouw verdriet. Ik ga niet over het verdriet van een ander…’

Ik weet niet waar het vandaan kwam, maar het klopte wel. Wat er ook in jouw leven gebeurt, wat jouw verliezen ook zijn, wat jouw gemissen ook zijn, het is jouw (mate van) verdriet. En dat verdriet heeft helemaal niks te maken met mijn (mate van) verdriet.

Verdriet is verdriet

Verdriet is verdriet. Je mag altijd voor jezelf bedenken wat jou (waarschijnlijk) meer of minder verdriet zou doen. Maar gelukkig hoef je dat niet voor iemand anders te bepalen. Jij gaat namelijk niet over het verdriet van iemand anders. Dit besef voelt als een opluchting voor me. Ik hoef ervaringen van andere ouders niet meer ergens in te delen. Het gaat over het verdriet wat mensen van die ervaring hebben, niet de ervaring zelf. En verdriet, dat is zo persoonlijk dat valt nooit in te delen.’

De Aya memoriam foundation begeleidt (ook) in de zeer jonge verliezen. ‘Het komt voor dat wij foto’s maken van kindjes die na een zwangerschap van negen weken geboren worden.’