Mijn broertje is dood: hij ging in de oven…

Benja lééft. Voor ons leeft hij, we hebben het elke dag over hem. We zeggen ‘goedemorgen’ als we op staan en we zeggen ‘slaap lekker’ als we naar bed gaan. Boaz heeft een knuffeltje dat bij Benja in de ‘couveuse’ lag toen Benja in het ziekenhuis was. Dat is nu Boaz zijn knuffeltje, hij heet Benja. ‘Waar is Bennie’, zegt ie als ie slapen gaat. Hij kan niet slapen zonder ‘Bennie’, soms mag Benja bij mij slapen, dan komt Boaz hem brengen omdat ‘Bennie’ al heel vaak bij hem heeft geslapen. Als we op straat lopen en Boaz ziet een veer, dan moeten we deze meenemen en bij Bennie leggen op zijn tafeltje. ‘Bennie’ heeft een tafeltje bij ons thuis. Daar staan zijn as, zijn foto’s, een kaars en heel veel herinneringen op die we aan ‘Bennie’ hebben. Voor Boaz en mij is dat normaal. Voor zijn vriendjes niet altijd.

Wat is normaal?

Hoe zorg ik ervoor dat Boaz zijn ‘normaal’ niet gek is voor zijn vriendjes? Vandaag kwam er een vriendinnetje spelen. Wij wonen net twee maanden in deze nieuwe buurt, dus niet iedereen kent ons verhaal. Boaz wil zijn gevonden veer bij Bennie leggen. ‘Wie is Bennie?’ vraagt het meisje. Omdat Boaz bezig is, vertel ik een beetje hoe het zit. Had jij een broertje?, vraagt ze daarna aan Boaz. Nee ik heb een broertje zegt Boaz, ik smelt.

Het is even stil, ik wil kijken wat er gebeurt met die twee. ‘Wat is daarmee gebeurd?’ vraagt ze. ‘Hij ging in de oven’,  zegt Boaz. ‘In de oven?’ Het meisje kijkt een beetje verschrikt naar mij en naar de oven in onze keuken. Ja jeetje, hoe leg ik dit uit, denk ik? Ik wil niet afdoen aan de eerlijkheid en openheid die ik en Boaz hebben. Want ja, het klopt ‘Bennie’ ging de oven in, maar ik wil het meisje ook niet afschrikken.

Soms gaan mensen dood

‘Soms gaan mensen dood’, begin ik, dan kunnen ze worden begraven of ze worden gecremeerd. ‘Weet je wat dit is’, vraag ik voorzichtig? Ze weet het niet. Ik gooi het over een andere boeg. Ken jij mensen die dood zijn? ‘Ja, de vader van mij vader had kanker die ging ook dood’ vertelt ze. ‘Ooh ja’, zegt Boaz ‘mijn oude opa (mijn opa) ging ook dood aan kanker, toch mama?’ Ja, dat klopt. Tot hier begrijpen we het alle drie. Het gaat niet meer over ovens.

Maar verder durf ik niet te gaan. Hoe moet ik uitleggen dat Boaz zijn broertje inderdaad de ‘oven’ in ging? Ik wil niet dat ze naar huis gaat en tegen haar moeder vertelt dat Boaz z’n broertje verbrand is. En dat ze daar voor zichzelf een vreselijk beeld van heeft gemaakt. Maar ja, zo is het wel. Hij is verbrand en hij staat hier op ons tafeltje… ‘Weet je wat’, zeg ik, ‘ga wat mooie dingen voor Benja zoeken die we op het tafeltje kunnen leggen’. En ze gaan…

En ze gaan

Ik vind het moeilijk. Ik heb Boaz, voor hem is de dood zo normaal. Zo’n alledaags onderwerp uit ons leven. Hij vraagt vaak: ‘Ziet Benja ons nu?’ En ja, ik geloof dat Benja ons ziet, ik geloof dat Benja met ons meeleeft. Dan vertel ik hem dat ik denk dat de ‘dode’ mensen het heel fijn hebben waar ze nu zijn. Dat ze bij ons kunnen zijn als ze dat willen en dat ze zich alles kunnen wensen wat ze willen. ‘Een nieuwe racefiets’? Ja, Boaz óók een nieuwe racefiets? ‘Een nieuwe voetbal?’ Ja, dat denk ik ook. En ik denk het ook echt. Maar ja, wat is waarheid? Wie kan ons vertellen wat onze dode broertjes en zusjes zich allemaal kunnen veroorloven?

Voor hem is de dood heel normaal, maar dan bedenk ik me ook: Wat denken de mensen op school bijvoorbeeld? Op school, hoe zit dat? Als, Boaz wel eens zegt dat hij ook dood wil zijn, omdat hem dat leuk lijkt, dan klinkt dat heel gek. Wat dan? Wat nou als hij daar alleen maar mee bedoelt dat hij met zijn broertje wil spelen. Is dat dan gek? Moet ik dat dan nu gaan uitleggen op zijn school? Wat moet ik gaan uitleggen? Dat dood misschien bij het leven hoort? Dat dood zijn niet zo erg is? Aan wie leg je dat uit als het bij diegene nog nooit gebeurd is? Ik weet het niet zo goed, jullie? Weten jullie wat je wel moet zeggen? Of juist niet? Wat is eerlijkheid, wat is je eigen interpretatie? Wat is waarheid voor je kind en wat niet? Ik weet het niet zo goed…

Elsbeth schreef er ook over in de blog: Ik ben een moeder met een graf.