Savannah en haar man verloren hun kindje bij 13 weken zwangerschap. Ze vraagt zich af: ‘Hoe beschrijf ik iets wat mij veel verdriet doet, zonder een ander te kwetsen?’ Ik ga mijn uiterste best doen.
‘Het is maandag 11 augustus 2014 wanneer ik gebeld word door mijn werk. Wij zijn thuis, maar ons kindje ligt nog in het mortuarium van het ziekenhuis. Met een kloppend hart neem ik op, het is mijn leidinggevende. Ze vraagt hoe het gaat met ons. In één adem vertel ik dat en hoe onze dochter geboren is. Wanneer ik klaar ben zegt ze dat ze zo met ons mee leeft. Net voordat we het gesprek afsluiten vraagt ze aan me wanneer ik weer verwacht om te gaan werken. Op dat moment ben ik zo verbaasd dat ik niet weet wat ik moet zeggen. Ik mompel iets over ‘volgende week even langskomen’ maar diep van binnen schreeuwt heel mijn hart: ‘Wat zeg je nou!’ Er wordt van me verwacht dat ik deze vrijdag naar het filiaal kom en dan praten we even. Ik probeer nog iets van ‘crematie woensdag’ te zeggen. Maar volgens mij krijgt ze er weinig van mee.’
Zo ver was je toch nog niet?
‘Die vrijdag brengt Mike me naar me werk. Hij kust me en zegt: ‘Als er iets is kom ik je gelijk halen.’ Ik loop naar achter in de winkel en klop op de deur. Mijn leidinggevende doet open en samen met de regiomanager zitten we op ‘kantoor’. De regiomanager zegt dat ze geschrokken is van ons verhaal en vraagt hoe het is gegaan. Als ik vertel dat ik vooral veel pijn heb gehad, kijkt ze me verbaasd aan. Maar zo ver was je toch nog niet? Ik vecht tegen mijn tranen en vertel dat mijn lichaam nog beurs voelt van de naweeën. Ze moest eens weten hoe veel pijn ik nog heb, niet alleen in mijn lichaam maar ook in mijn hart en in mijn ziel. Ze vindt het een goed idee voor mij om maar gelijk even een uurtje achter de kassa te gaan staan.
Huilende baby
Dus daar sta ik dan, achter de kassa. Bliep bliep bliep. Terwijl ik mensen help met hun dagelijks leven. Heel even denk ik dat het me gaat lukken. Maar na tien minuten komt er een dame binnen met een huilende baby. Het lijkt uren te duren dat ze met de kinderwagen door de winkel loopt. Ik druk op de bel en geef aan dat ik overgenomen moet worden. Ik ren naar de wc, waar ik mezelf opsluit en mijn tranen de vrije loop laat. Als ik eenmaal uitgehuild ben, komt mijn leidinggevende naar me toe en vraagt me of het gaat. Ik snik nee. Ze zegt dat ik mag gaan.’
Pas na 15 weken welkom
‘Helaas komen dit soort situaties vaker voor. Ik geloof niet dat mensen het expres doen. Maar soms voelen dingen zo hartverscheurend. Na het verlies van Ally, ga ik op zoek naar mensen die zich herkennen in mijn verhaal. Zo waren er speciale cafés waar je met lotgenoten kon praten. Dat leek mij wel wat. Na wat mailcontact hoor ik helaas dat dat aansluiten pas mogelijk is vanaf een verlies van 15 weken zwangerschap, zonder uitzonderingen. Helaas was ons meisje al geboren met 13 weken. De reacties van mensen zijn goed bedoeld, maar ook zo pijnlijk. ‘Oh je was nog niet zo ver?’ ‘Het is maar beter zo.’ ‘Moet je na gaan als je 40 weken was en dan je kindje verliest.’ Alsof er een meting bijgehouden word van wie er het meeste verdriet heeft.’
Geen voetafdrukjes als herinnering
‘Wij hebben een ‘keuze’ moeten maken. Wij hebben gekozen om haar te laten gaan en haar vreselijke strijd te beëindigen. Maar nog voel ik soms de jaloezie. Wat als ik haar iets verder had uitgedragen? Had ze dan wel de erkenning gekregen die ze zo verdient. Ik heb haar schopjes nooit echt gevoeld. Ik heb geen echo’s waar je kan zien van wie ze het neusje heeft, van papa of mama. Ik heb haar haartje niet mogen aanraken en haar lipjes nooit gekust. Nooit gezien welke kleur ogen ze zou hebben gehad. Of haar vingertjes om de mijne. Zelf geen voetafdrukje of plukje haar als herinnering.’
Ingeleide bevalling
‘Soms voel ik me zo jaloers en dan word ik boos op mezelf. Wij hebben deze keuze gemaakt. Dus wij moeten op de blaren zitten. Ik zou soms willen dat mensen konden voelen hoe het is als mensen zeggen: ‘Oh je heb een miskraam gehad.’ Want zo voelt het niet. Ik heb een dochter gekregen met een ingeleide bevalling. Ik heb uren er over gedaan met weeën, hoge koorts en naweeën om haar op de wereld te zetten. Ergens voel ik mezelf gelukkig dat ik dit heb kunnen doen. De gedachte dat je je kindje verliest met nog meer vragen dan die ik zelf nu al heb. Het lijkt me vreselijk. Een kind verliezen is een van de meest pijnlijkste dingen die je kan overkomen als mens daar heb ik geen twijfel over.’
Wees lief voor elkaar
‘Deze week nog werd ik.. of eigenlijk Ally afgewezen. De reden hiervan was dat er rekening werd gehouden met kindjes in een later stadium van de zwangerschap en hun geslacht. Het was voor mij gelijk duidelijk dat deze vrouw geen idee heeft hoe klein het verschil is tussen 13 en 15 weken. Er is nog zóveel dat we niet weten van elkaar. Daar brak mijn hart weer even in stukjes. Het voelt zo oneerlijk omdat niemand kan zien hoe geweldig mooi onze Ally eigenlijk was.
Wees lief voor elkaar, vooral de mama’s onderling. Wees dankbaar voor elke seconden die je gehad heb met je kindje. Of je 6 weken of 40 weken zwanger was we hebben allemaal 1 ding gemeen. Ons verdriet.’
Bestaat er een leedlat? Lees het artikel: Wat is erger?