Bij Benja werd bij de twintig weken echo een vocht in de borstkas geconstateerd. Na veel onderzoeken leek het de goede kant op te gaan. Maar toen hij twee maanden oud was is hij op 1 april 2018 overleden aan een infectie.
Dit artikel staat in NEL#1, bestel NEL#1 of NEL#2 op NELMagazine.nl
Met de twintig weken echo kregen jullie slecht nieuws hoe was dat voor jou?
‘Ja, ik was na die echo wel van slag. Het had zo leuk moeten zijn. Onze moeders waren mee en we zouden te horen krijgen wat ‘het’ zou worden. Maar ik wist ook niet zo goed hoe ik met dit slechte nieuws om moest gaan. Ik vond het vooral erg voor Maartje (zijn moeder). Maar het besef van hóe erg het eigenlijk was, dat was er toen nog niet zo voor mij. Ik dacht het komt wel goed.’
Wisten je vrienden wel dat jij een twintig weken echo had, hebben ze er naar gevraagd?
‘Nee, die jongens hadden dat allemaal niet zo door denk ik. Mijn vrienden zijn ook niet zo emotioneel betrokken op dat gebied. Dus nee er werd niet naar gevraagd. Maar ik denk ook dat ik het er niet graag over had. Zij zouden het toch niet snappen, dacht ik dan. Dat vul ik natuurlijk zo voor mezelf in. Ik kan me niet heugen dat ik tegen vrienden huilend vertelde dat het niet goed was ofzo. Ik denk nu wel vaak dat als mijn vrienden zelf kinderen krijgen dat dat wel anders wordt. Dat ze er dan anders over zullen denken, het beter zullen begrijpen. Want wanneer ze zelf meemaken hoe onwijs mooi het is om vader te worden, dan zullen ze zich ook beter realiseren hoe het is om je kind te verliezen. Er hing van mijn kant ook wel schaamte omheen. Ik had een soort schuldgevoel. Wat heb ik niet goed gedaan dat het niet goed is met Benja?’
Toen werd Benja geboren…
‘Ja de mooiste dag van m’n leven. De allermooiste dag, ik zal het nooit vergeten. Ja en hoeveel lieve berichtjes ik toen kreeg. Heel mooi was dat.’
Na de eerste week ging het steeds slechter, heb jij dat met mensen gedeeld?
‘Nee, niet echt. Maartje hield een blog bij, daar konden mensen lezen hoe het met hem ging. We zaten ook nog eens vol in een verbouwing. Ik moest ook weer aan het werk. Ik ben zelfstandige en financieel was het nodig. Verder was het ziekenhuis in ziekenhuis uit. Ik wilde er voor Maartje zijn, wat ik ook niet altijd echt kon. Ik ging gewoon maar door. Ik was alle ballen aan het hooghouden. Er was geen plek voor mijn gevoel, dacht ik toen.’
Benja overleed na twee maanden.
‘Ja, ik heb nog tot op het einde gedacht dat het goed zou komen. Pas op de laatste dag zag ik dat het echt niet goed was, maar we hielden natuurlijk hoop. Om 1:00 ‘s nachts werden gebeld door het ziekenhuis dat het verstandig was als we die kant op zouden komen. In de auto naar het ziekenhuis was ik vreselijk bang. In de periode na zijn overlijden heb ik mijn muur alleen maar verder omhoog getrokken. Zelf begon ik er niet over als ik het moeilijk had, dan was ik bang dat ik mensen tot last was. Ik kon dat gesprek niet beginnen. Het moest echt van andere mensen komen die vroegen: “Mike hoe is het nou echt met je?” Ik begon er niet over, terwijl ik dat wel het liefst wilde. Alles in me schreeuwde dat ik erover wilde praten. Over Benja dan. Ik ben natuurlijk nog steeds zó trots op hem. Hij was zo mooi, zo groot ook. Je had echt niet gedacht dat hij vijf weken te vroeg was geboren. Het was echt een beukertje en zo’n strijder ook. Hij heeft zo veel geleden. Mijn leven ging eigenlijk na een week alweer verder zoals daarvoor. Ik ging gewoon weer aan het werk.’
Was dat eigenlijk te vroeg?
‘Ja dat was zeker te vroeg. Ik had veel meer tijd moeten nemen om het een plek te geven. Samen met Maartje. Ik denderde gewoon meteen door. Ik sloot me overal voor af. Ook voor het regelen van dingen zoals bedankkaartjes en dat soort dingen. Ik had het idee dat Maartje dat allemaal toch beter kon, dus ik liet haar alles doen. Maar dat maakte wel dat ik me buitengesloten voelde. Terwijl ik juist mezelf buiten spel zette. Daardoor raakte ik weer teleurgesteld in mezelf en sloot ik me nog meer af. Zo was de cirkel rond.’
Merkte je een verschil met hoe jullie er mee omgingen?
‘Ja, Maartje trok zich erg terug die wilde graag thuis zijn. Alleen, zonder veel mensen om zich heen. Ik trok juist meer naar buiten. Maartje kreeg ook heel veel cadeautjes en lieve dingen van haar vriendinnen. Ook in het jaar erna nog. Ik was ook wel jaloers op Maartje haar vriendinnen. Wat zij met haar vriendinnen had, zo warm en meelevend. Ik had dat niet, maar wilde dat wel graag. Bij mij was dat al heel snel niet meer. Benja was weg en dat was klaar ofzo.’
Hoe was het op je werk? Hadden je collega’s het erover?
‘Afgezien van een paar vaste collega’s en mijn opdrachtgever en zijn vrouw, die heel betrokken waren, niet echt. Ik werk in de bouw. Vaak met veel verschillende mensen. Zij kennen mijn verhaal niet. Dus op mijn werk heb ik het eigenlijk nooit meer over gehad. Het gaat daar ook niet vaak over kinderen. Soms vraagt iemand nietsvermoedend: “En heb jij kinderen?” Dan zeg ik eigenlijk altijd nee. Omdat ik mensen geen rotgevoel wil geven met mijn verhaal. Het is te ingewikkeld. Het echte antwoord is niet het antwoord wat ze verwachten of willen horen, denk ik dan.’
Hoe is het nu? Twee jaar na Benja’s overlijden. Praat je nog wel eens over hem?
‘Met Maartje of met mijn moeder eigenlijk alleen. Ik zou het heel fijn vinden om zijn naam vaker te horen of uit te spreken. Want ik ben ook gewoon heel trots op hem. Supertrots. Ik hoef niet alleen over de verdrietige dingen te praten. ik zou ook zo graag willen vertellen hoe mooi hij was en hoe sterk. Dat zou ik graag aan mensen willen laten zien.
Het is moeilijk omdat weinig mensen Benja kende. Ons wereldje in het ziekenhuis met Benja was heel klein. Mijn vrienden hebben hem niet gezien. Ik wilde hem heel graag aan mijn beste vriend laten zien. Hij zou op bezoek komen maar toen ging het zo slecht dat ik hem heb afgebeld. “Volgende keer is beter” zei ik, maar die volgende keer kwam niet meer. Ik vind het vreselijk dat bijna niemand hem heeft gezien.
Wat ik heel moeilijk vond was de laatste vaderdag. Niemand heeft er toen aan gedacht dat ik óók vader ben, van Benja. Mijn broertjes waren vooral bezig met het cadeau voor mijn vader er was niemand die iets aan mij gaf of er zelfs maar over sprak. Dat vond ik echt pijnlijk.
Ik besef nu wel dat ik zelf degene ben die er ook over kan beginnen en ook al vind ik dat moeilijk ik denk wel, na dit gesprek, dat ik dat toch vaker wil gaan doen. Ik wil het graag veel vaker hebben over die mooie kleine man.’
Lees ook het verhaal van Tim, zijn zoon Morris werd geboren na 24 weken zwangerschap.