Bij rouw komen alle soorten emoties kijken. Liefde, verdriet, frustratie, wanhoop, dankbaarheid en natuurlijk ook boosheid. Maar het lijkt soms wel of die laatste niet altijd goed geuit mag worden. Niet van anderen, of niet van jezelf. Wat is boosheid eigenlijk en wat gebeurt er als je je boosheid onderdrukt? Kim vertelt in dit artikel over haar rouw en hoe moeilijk ze het vond om haar boosheid daar een rol in te laten spelen.
Kim*: ‘Bij het horen van de woorden van de verloskundige in het UMC in Amsterdam, dat er ‘iets’ gevonden was bij het baby’tje in mijn buik, stortte mijn wereld letterlijk in elkaar. En toch, toch bleef ik hoop houden tot het allerlaatste moment. Tot de definitieve uitslag kwam… die was niet goed. Ik was ontroostbaar. De hoop die ik zo koesterde, die nog zo groot was voor mij, had de vader van Yonah al opgegeven. Vanaf het eerste moment dat ze op de echo zagen dat er iets aan de hand was, stond zijn beslissing al vast. Er was geen hoop meer, geen overlevingskans voor onze zoon, voor hem was het al klaar. Deze woorden snijden nog steeds dwars door mijn ziel. Als moeder vecht je als een leeuwin voor je kind en wil je je kind ten alle tijde beschermen, een gevoel dat zo allesoverheersend is.
Alsof hij al niet meer bestond….
Ik heb in deze situatie teveel over mijn grenzen heen laten gaan. Te veel en te vaak. De druppel was toen hij (de vader) vroeg, terwijl mijn zoontje in mijn buik nog leefde, wanneer ik weer opnieuw zwanger zou mogen worden nadat ik bevallen zou zijn van Yonah. Ik verstijfde. Het gevoel wat er toen door mij heen ging is niet te bevatten. Daar ben ik misschien nog het meest boos over. De erkenning die hij niet gaf aan zijn zoon. De intense liefde die ik voor mijn zoon in mijn buik voelde, daar werd zo overheen gewalst. Alsof hij al niet meer bestond, alsof hij helemaal niet bestaan had. Ik was in shock, radeloos en voelde me steeds kleiner worden.’
Ik krop alles op
‘Ik heb mezelf nooit goed kunnen uiten. Zo ook mijn boosheid niet, ik kropte altijd alles op. Het heeft op bepaalde momenten mijn leven beheerst. In plaats van boos te worden, raakte ik onzeker en ontwikkelde ik een vorm van angst. Dit alles maakte dat ik steeds verder in mezelf keerde. Ik raakte in een neerwaartse spiraal. Ik raakte in de war en begon te twijfelen aan mezelf. Ik liet mijn emoties niet de vrije loop, mijn hoofd kwam er letterlijk steeds tussen. De angst deed me verstijven en uiteindelijk durfde ik niet meer naar buiten. Ik was aangeslagen en voelde me gekwetst. Meer en meer leefde ik in een cocon. Het verdriet werd overschaduwd door deze gevoelens. Stil verdriet waarmee ik worstelde, niemand waarmee ik het deelde. De worsteling met mezelf en het gemis dat steeds voelbaarder en pijnlijker werd.’
Riekje Boswijk-Hummel (1946) is boosheid-expert.We vragen Riekje of rouw en boosheid bij elkaar horen, wat boosheid eigenlijk is en of er een gezonde en ongezonde manier van boos zijn bestaat. Riekje heeft ook het artikel van Kim gelezen en geeft in ons interview haar professionele visie op deze ervaring van Kim.
Kiezen voor mezelf
‘De moedigste en beste stap die ik gezet heb, was letterlijk kiezen voor mezelf. Ik voelde dat ik op moest staan en moest doen wat me letterlijk verteld was. De boodschap die afzonderlijk door de gynaecoloog, verloskundige en kraamverzorgster allemaal hetzelfde waren. Kies voor jezelf. En dat heb ik gedaan. Ik wilde geen nieuwe zwangerschap meer aangaan en zeker niet met deze vader. Met alle gevolg van dien, hij was toen ook boos. Ik heb daarna letterlijk van alles over me heen gekregen. Ergens diep van binnen ben ik ook boos. Boos dat ze me dit aan hebben gedaan, maar er overheerst ook het gevoel van niet begrijpen. Dat ik het niet snap, verdrietig ben en ergens ook boos op mezelf dat ik het zover heb laten komen. Ik had mij al zolang alleen gevoeld, dat ik mezelf misschien te snel heb opengesteld met het idee dat iemand om mij gaf. Ik voelde me geliefd en gezien maar misschien was ik wel blind van vertrouwen en had ik ergens een blinde vlek. Ik weet dat ik te laat voor mezelf ben opgekomen en daardoor te veel over mijn grenzen ben gegaan. Daar ben ik ook wel boos over op mezelf.
Na de geboorte van Yonah, kwam mijn verhaal tot uiting op het papier. Ik denk dat ik grip wilde hebben op alles wat er gebeurd was, daarom schreef ik het op. Ik leefde destijds zo in een roes en stond zo in de overlevingsstand, dat ik niet meer goed voor me kon halen wat er nou precies gebeurd was. Door mijn hele verhaal op te schrijven, kwam het allemaal weer keihard binnen, het verhaal kwam weer tot leven. De emoties kwamen in alle puurheid op papier en ik leerde dat het hielp om het van mij af te schrijven. De golven van emoties en alles wat de rouw met je doet.’
Bal onder water
‘Door alles op papier te zetten kreeg ik een inkijk in mijn eigen leven. Ik kreeg weer zicht op de hele situatie, hoe het zich gevormd had en wie ik eigenlijk ben. Het bracht inzichten en wijze lessen. Het bracht me ook tot waar ik nu ben en hoe ik verder wil. Wat ik niet meer ben en wat ik niet meer wil.
Maar de boosheid, de frustratie had zich vastgezet. De enige die daadwerkelijk wisten wat er in mij omging waren het papier en de pen. Daar kon ik zijn wie ik was, zonder belemmeringen, zonder oordeel. Het was pijnlijk om het naderhand terug te lezen en te beseffen wat er daadwerkelijk gebeurd was. Boosheid die nooit of moeilijk geuit kan worden, voelt als druk van binnen. Zoals een bal die onder water wordt gehouden en steeds boven water probeert te komen. Doordat ik verbaal niet de boosheid kon uitten werd mijn wereld kleiner, mijn ego had de overhand en daardoor kwam er angst tevoorschijn. Ik raakt verstrikt en raakt steeds meer en meer in mezelf gekeerd.’
‘Boos vind ik een groot woord’
‘Het woord boosheid vindt ik ergens lastig, boos vind ik een groot woord, dit komt waarschijnlijk omdat ik snel geneigd ben om alles en iedereen maar tevreden te houden. Maar het onrecht dat mij is aangedaan, de pijn die ik heb gevoeld, de grenzen waaroverheen heen is gegaan mogen erkent worden. Ik mag van mezelf erkennen dat het zeer gedaan heeft, ik hoef me niet meer te verschuilen, de gevoelens mogen er zijn en daardoor zal er weer ruimte ontstaan.
Ergens ben ik ook heel blij dat ik altijd bij mezelf ben gebleven, dat ik mijn boosheid niet op een extreme manier geuit heb tegen de ander, dat ik daarbij in mijn kracht ben blijven staan. Maar ergens zit er ook een plekje van binnen waar ik de boosheid verstopt heb en op die manier heb geprobeerd om er mee om te gaan. Ik wil niet meer dat het me beheerst. In plaats daarvan probeer ik in te zien dat een ieder zijn eigen rol heeft en dat alles mij heeft gevormd zoals ik nu ben. Met alle mooie facetten die daarbij horen en mogen zijn. Ik probeer het nu steeds meer te omarmen en om er vanuit liefde en compassie naar te kijken. Maar ergens weet ik dat het misschien beter is om de boosheid ook echt te uitten, te doorleven, te voelen en eruit te laten komen. Maar hoe?’
* De naam van Kim is niet haar echt naam. Haar verhaal is dat wel.