In mijn vorige blog deelde ik al een klein deel van mijn verhaal, maar in deze blog wil ik jullie graag iets meer vertellen. Over mijn zwangerschap, de tijd na de bevalling en over ons mooie mannetje Louie. De eerste helft van mijn zwangerschap verliep – op een beetje misselijkheid na – zonder problemen. Ik voelde mij goed en keek, samen met Bas, enorm uit naar de komst van ons kleine wondertje. We hadden op dat moment nog geen idee wat ons allemaal te wachten stond …
Vanaf de twintigste week van de zwangerschap werden we flink op de proef gesteld. Er was een open buikje te zien bij ons kleine baby’tje. Dat in combinatie met het vele vruchtwater en zijn wat kortere botjes deden alle alarmbellen rinkelen bij de artsen: “We denken dat er meer aan de hand is met jullie kindje.” Weken van onzekerheid volgden. Onderzoeken wezen niets uit en ook de artsen stonden voor een raadsel. En wij? Wij bleven hoop houden en besloten samen te vechten. Met z’n drieën.
Onze kleine strijder
We hadden allebei het gevoel dat ons mannetje eerder zou komen, maar 27 weken was wel héél erg vroeg. Ineens was hij daar. Onze prachtige, kleine Louie. Helemaal af en zo mooi. Papa koos zijn naam. En wat koos hij hem goed. Strijder, betekent het. Als er iets is wat ons mannetje gedaan heeft, is het strijden. Vier weken lang. Dag in, dag uit. Wij streden met hem mee, want ondanks alle complicaties – van een infectie, hersenbloeding tot aan vocht in zijn hoofdje – bleven we vertrouwen. Hopen en geloven.
Ronald McDonald Huis
In die vier weken verbleven we in het Ronald McDonald Huis in Nijmegen. We hadden ons in deze zware tijd geen fijnere plek kunnen wensen. Het was de plek waar we even uit het ziekenhuis konden ontsnappen. Waar we ons hart konden luchten bij andere ouders die précies hetzelfde meemaakten. Waar we even, heel even, op adem konden komen. Waar we samen konden zijn met familie en vrienden. Maar vooral de plek waardoor we iedere dag dichtbij Louie konden zijn. Het állerbelangrijkste wat er is.
Liefdevolle momenten
Uren hebben we doorgebracht naast zijn glazen huisje. Natuurlijk was het vaak ontzettend heftig, maar het was vaak ook heel mooi en liefdevol. Zoals die keer dat we op de webcam zagen dat Louie zijn ogen opende en papa niet wist hoe snel hij naar hem toe moest rennen. Of die keer dat hij voor het eerst in mijn armen werd gelegd en er niets anders was dan … liefde. De momenten waarop Louie onze vingers stevig vastpakte of bloedfanatiek op zijn speen lag te sabbelen. Hoe Louie altijd fronste als papa hem begroette met “Hi Boef” en helemaal zen was als hij in zijn armen lag.
Dankbaarheid
We hadden zó intens gehoopt nog veel van dit soort momenten met ons ventje te mogen beleven, maar tot ons grote verdriet hebben we hem na vier weken moeten laten gaan. Door het toenemende vocht in zijn hoofdje kon Louie zichzelf niet meer in leven houden en werd ook zijn toekomst steeds donkerder. Ondanks de pijn en het enorme verdriet zijn we ook zo intens dankbaar dat we dit dappere mannetje hebben mogen leren kennen. Dat hij ons overspoeld heeft met liefde. Maar bovenal: dat hij ons papa en mama heeft gemaakt. Zijn papa en mama.
Louie is niet meer bij ons op aarde, maar ik geloof, voel en weet dat hij er – net als alle andere kinderen die ons veel te snel zijn ontgaan – altijd zal zijn. In onze herinnering, in ons leven en in ons hart.